‘Zowel de VVD als de PvdA heeft een binnenring van fractiebestuur en bewindslieden, de rest van de Kamerleden dient als klapvee. Dat begon al met het regeerakkoord, dat door de VVD-fractie in een kwartier gelezen én ondertekend diende te zijn’, schrijft politiek commentator Martin Sommer zaterdag in de Volkskrant. Volgens hem worden politici ‘aantoonbaar makkere schapen’. Partijen hebben de almacht, terwijl Kamerleden volgens de Grondwet hun werk toch zonder last moeten kunnen doen. Sommer: ‘Het is de partij, het partijbestuur, een schimmige selectiecommissie en helemaal niet de kiezer die bepalen of iemand Kamerlid kan worden’. Kamerleden durven niet meer zonder ruggespraak hun mening te geven. Door de krappe meerderheid in de Kamer trekken de coalitiepartijen de touwtjes steeds strakker aan. Bij de PvdA moeten alle uitspraken van tevoren aan de politieke leiding worden voorgelegd. ‘Kamerleden verwijzen naar de fractiesecretaris voor het correcte standpunt’. Volgens Sommer hebben de volksvertegenwoordigers angst. Wie te vaak tegen de lijn ingaat, komt na de volgende verkiezingen niet meer terug. En dat wordt steeds erger. Sommer haalt twee politicologen aan die lieten zien dat in 1970 nog 40 procent van de Kamerleden een ‘eigen lijn’ volgde, terwijl dat in 2006 ‘nog maar een treurige 5 procent’ [...]
↧